bijlage nr. 155 _2- Hierbij wordt aangetekend, dat de kosten van het minderwerk ad 26.601, gevolge van het vervallen van de schoorstenen en de wijziging van het afvoerkanaal in 41 woningen, worden betrokken bij de finan ciële afwikkeling van het totale onderhouds- en verbeteringsplan» De al gememoreerde extra huurverhoging is, rekening houdende met een financieringsrente van 8$ en een afschrijvingstermijn van 25 jaar, door het rijk nader bepaald op 58,10 per woning per maand. Ket met de bewoners overeengekomen bedrag bedraagt 37,Het verschil is een gevolg van het feit dat het rijk is uitgegaan van het bruto en de gemeente van het netto-investeringsbedrag; de laatste derhalve met inachtneming van het reeds gesignaleerde minderwerk. Bovendien zit er een kleine afwijking in de door beide instanties gehanteerde onderhoudsnorm. Voor de financiering van de kosten van de aanleg van de centrale verwarming zijn deze geteld bij die van de overige onderhouds- en verbeteringskoston en is de destijds toegekende lening dienover eenkomstig verhoogd. Daarbij is het in de aanleg begrepen kosten- bestanddeel ten behoeve van de warmwatervoorziening ad 34.000, uitdrukkelijk buiten de opzet gehouden,zodat het door het rijk te finam eieren aandeel in dit stadium is bepaald op: - reeds goedgekeurde kosten woningverbetering 1.893.044, - kosten centrale verwarming, excl. warmwatervoor ziening 254.655.95 totaal 2.147.677,95 - rijkslening 25 jaar - 7W (75$ van het totaal) 1.610.800'; - resteert 536.877,95 - kosten warmwatervoorziening 34.000. door gemeente te financieren 570^877^25 De door het rijk gevolgde financieringsmethode (75$ rijk en 25$ ge meente) is nog gebaseerd op de met ingang van 1 januari 1974 in wer king getreden regeling welke in de overgangsbepaling voorschrijft dat de vóór deze datum voor verbeteringsplannen toegekende leningen, hetgeen in casu zo is, niet worden aangepast aan hetgeen ter zake (100$ financiering) in bedoeld rondschrijven is vermeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 591