bijl. nr. 181 VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid, R.V.O. X)e; }l0 0^* H. 14-2.2? "t Gnp 1. Is het juist dat de wethouder van Jeugd, Sport en Recreatie niet op de hoogte is van de briefwisseling van 5 april 1974 tussen K.P.J. Princenhage en Uw college, terwijl deze brief wel aan de orde is geweest in de openbare vergaderingen van zowel de Jeugdadviesraad als de Stedebouwkundige Advies Raad? 2. Is het juist dat er zowel een gesprek is geweest tussen een ambtenaar van de Dienst Jeugd en Sport en de betr. vereniging als een briefwisseling tussen de Dienst Jeugd en Sport en de vereniging waarin gesteld wordt dat het particuliere terrein van de heer Goos, niettegenstaande de agrarische bestemming als voetbalterrein in gebruik kan blijven? 3. Zijn de informaties van de vereniging juist, als er sprake is dat door ruilverkaveling het terrein van de heer Goos in andere handen zal overgaan, zodat K.P.J. Princenhage zonder sportterrein zal komen te zitten? 4. Is Uw college bereid om op korte termijn met betrokken vereniging tot overleg te geraken om een goede oplossing te bereiken? ANTWOORD 1 Het antwoord is bevestigend. 2. Er heeft inderdaad een gesprek plaatsgevonden tussen de K.P.J. en een ambtenaar van de dienst voor Jeugd en Sport. In dat gesprek heeft de dienst voor Jeugd en Sport toegezegd te zullen nagaan wat de toekomstige bestemming van het terrein van de heer Goos zou zijn. Daartoe is contact opgenomen met de dienst Openbare Werken het geen resulteerde in de mededeling dat het betreffende terrein een agrarische bestemming zou krijgen. Op de vraag of het terrein als voetbalveld dienst kon blijven doen, werd bevestigend geantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 677