bijl. nr. 181 VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid R.v.O.), De heer J.G.W. Geene Kennisgenomen hebbende ven de instelling van een commissie ven klachten en verzoeken door de Provinciale Staten ven Noord-Brabantbreng ik het volgende onder Uw aandacht. Toelichting:! Gemeenteraadsleden worden veelvuldig benaderd door inwoners van Breda met verzoeken en klachten. In vele gevallen kan door bemiddeling van het raadslid een oplossing worden gevonden. In een aantal gevallen ^eten klachten en verzoeken op onbevredigende wijze worden afgedaan, omdat het raadslid over te beperkte middelen beschikt om de verzoeker of klager, bij niet inwilliging, te overtuigen dat voldoende aandacht aan zijn verzoek of klacht is besteed. VraafC! Is het college bereid aan de gemeenteraad voor te stellen over te gaan tot instelling van een commissie van klachten en verzoeken en deze commissie te belasten met onderzoek en afdoening van klachten en ver zoeken, analoog aan de werkwijze van de provinciale commissie? ANTWOORD In antwoord op Uw bovenaangehaald verzoek met betrekking tot het in- stellen van een commissie van klachten en verzoeken, berichten wij U het volgende. ^(1 de behandeling van de begroting 1975 zegde de V.V.D.-fractie toe t.z.t. een notitie te zullen aanbieden over het onderhavige onderwerp. Naar verwachting zouden wij dan aan de hand ven die notitie ons stand punt ter zake kunnen bepalen. Enkele dagen na de ontvangst van Uw vraag heeft de'Voorzitter van de commissie algemene zaken van de raadsleden Dees en Taks een initiatief voorstel ontvangen, vergezeld van een toelichting en een ontwerp-ver- ordening. De bedoeling is, dat de commissie algemene zaken hierover een advies aan ons college uitbrengt. Mede aan de hand daarvan zullen wij dan beoordelen of wij de raad zullen voorstellen de hier bedoelde commissie in te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 680