I -1 -Ml -10-
liijl. ni*.
4. Wij zijn van mening, dat hot alleen dan zinvol is over oen bepaal
de zaak ovei-leg te plegen nis alternatieve oplossingen denkbaar
zijn. Wat het rooien van bomen in het algemeen betreft zou dit
het geval kunnen zijn, doch in het onderhavige geval was dat niet
mogelijk, omdat het antwoord op de vraag of oude en versloten en
onder sommige omstandigheden gevaar opleverende bomen gerooid
moeten worden slechts positief kar. zijn.
Wel was mogelijk geweest de bewoners van tevoren kennis te geven
dat en waarom de bomen gerooid moesten wonden. Dit is tot onze
spijt verzuimd,
5. Zie ons antwoord op vraag 4.
6. Wij zijn van mening, dat het geen zin heeft de bewlners in dit
stadium nog te berichten, dat de bomen gerooid zijn.
7. In den vervolge zal, als in een bepaalde straat alle of een groot
aantal bomen gerooid moeten worden tijdig tevoren bij de bewoners
een circulaire in de bus gedeponeerd worden, waarin van het hoe en
waarom melding gemaakt zal worden.
Voor wat het algemeen gedeelte van Uw brief betreft zij nog het
vclger.de vermeld:
V/ij zijn van mening, dat alleer. dan 'van "kapwoede" gesproken zou
kunr.er. worden als zonder geldige reden her er. der bomen gerooid zou
den worden.
Het zal U ongetwijfeld bekend zijn, dat ons college zeer behoudend
is, waar het de .instandhouding van het groen in de stad betreft.
Zoals uit bovenstaande antwoorden blijkt zijn in de Valkeniersiaan
geer. gezonde bomen gerooid.
Kaar or.ze mening is er in dit geval alleen sprake van een noodzake
lijke tijdelijke verandering in het straatbeeld.
VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid R.v.O.)
f3 Vj. 0 yq t «Xoi-iTSP O föst "'"""w c' P. S VS.}!
1
Ier. die Uw college heeft getroffen om met
behulp van de aocr de rijks overheid ter beschikking gestelde
middelen, naast de DACV objecten, de werkgelegenheid in Breda
te bevorderen.
2. V/at is de hoeveelheid industrie-terrein op dit moment beschikbaar.
3. Wat is de hoeveelheid industrie-terrein in voorbereiding en de
datum van gereedkoming hiervan.