aan de raad der
gemeente Breda
Bijl&ge nr. 221
St/3/53470 Voorstel van burgemeester en wet-
3 1ul' 1975 houders tot onbewoonbaar-verklaring
1 van de woning Prinsenkade 9.
Uit een onderzoek is gebleken, dat de woning Prinsenkade 9 onge
schikt is ter bewoning. De gebreken zijn van dien aard, dat de
kosten, verbonden aan het wederom in bewoonbare staat brenger,
van de woning, economisch niet verantwoord zijn. De woning zal
derhalve ingevolge het bepaalde in artikel 33, 1e lid van de
Woningwet onbewoonbaar moeten worden verklaard.
Wij mogen Uw raad voor de resultaten van het ingestelde onderzoek
verwijzen naar het voor U ter visie gelegde rapport. Tevens ligt
ter visie het advies van de inspecteur van de volkshuisvesting,
dat wij, overeenkomstig het bepaalde in genoemd artikel der Wo
ningwet hebben ingewonnen.
Wij stellen U voor tot onbewoonbaarverklaring van deze woning te
besluiten overeenkomstig het ontwerp-hesluit
De ontruimingstermijn ware daarbij te stellen op zos maanden,
welke termijn ook inspecteur wordt geadviseerd.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie openbare werken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
in de leeskamer
Merkx burgemeester.
Van den Dam
secretaris.