bijl. nr. 235 - 3 - Op grond daarvan wil do interimregeling voorzien in de subsidiëring van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Onder kinderdagverblijven worden die kindercentra verstaan, die als regel de gehele dag geopend zijn en gedurende vijf dagen per week opvang, verzorging en begeleiding bieden. Onder peuterspeelzalen worden die kindercentra verstaan die twee of meer halve dagen per week individuele en/of groepsgewijze bege leiding bieden en vooral gelegenheid bieden tot spelen, aansluitend bij de ontwikkelingsfase van het kind. Als verdeelsleutel voor de subsidie wordt voorgesteld het aantal werkeenheden te nemen, dat het kindercentrum per week gedurende het gehele jaar of gedeelten daarvan draait. Onder werkeenheid wordt verstaan het dagdeel (ochtend of middag) waarop het kindercentrum voor groepen van (meestal) 20 peuters, on der verantwoordelijkheid van (meestal) 2 leidsters de begeleiding en opvang verzorgt. De subsidie wordt daardoor rechtstreeks gekoppeld aan het "activi teitenpakket" van het kindercentrum en daarmee aan de belangrijkste kostenfactor, nl. personeel, die in principe voor elk centrum ge lijk is. Kindercentra, die tot nu toe, door welke maatregelen dan ook, zonder tekorten weten te exploiteren, worden in het kader van deze interim regeling niet gesubsidieerd. Uitgezonderd wanneer het maatregelen betreft, die de inhoudelijkheid var. het werk hebben aangetast. De subsidiëring zal er in dat geval op gericht zijn de genomen maat regelen terug te draaien tot de oorspronkelijke situatie. Alleen die kindercentra worden gesubsidieerd die inmiddels een be groting 1975 hebben ingediend (via subsidie-aanvraag van de gezamen lijke kindercentra eind 1974) of die deze begroting alsnog sullen indienen. Op dit moment kan ons college helaas niet meedelen wat het een en ander aan subsidie per kindercentrum zal gaan opleveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 859