aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 23S
Voorstel van burgemeester en wethou-
St/43118 dors tot ongegrondverklaring van het
iq7(- beroep inzake de gemeenschappelijke
schutting op de scheiding tussen de
percelen Graaf Engelbertlaan 16 en
18,
Op 3 januari 1975 is aan de heer P.J.J. Maas een bouwvergunning
•if
geweigerd voor een reeds gemaakte schutting op de scheiding tus
sen de percelen Graaf Engelbertlaan 16 en 18.
Deze weigering is gebaseerd op artikel 302, lid 3, sub b, van de
bouwverordening voor de gemeente Breda, waarin gesteld wordt, dat
erf- en terreinafscheidingen tussen belendende erven en terreinen
in niet gesloten bebouwing niet hoger mogen zijn dan 1 meter bo
ven het hoogste erf of terrein. Hiervan kunnen burgemeester en
wethouders echter vrijstelling verlenen. Deze vrijstellingsmoge
lijkheid is niet toegepast, omdat uit een oogpunt van welstand
deze schutting onaanvaardbaar is, daar deze te hoog en te grof
van detaillering en de toepassing van de kleur niet geslaagd is.
Van de buurtbewoners zijn juist daartegen bezwaren binnengekomen
Tegen deze weigering heeft de heer P.J.J. Maas op 10 maart 1975
bij de raad voorziening gevraagd.
Zijn motieven zijn:
1dat een doeltreffend afgescheiden zonneterras uit medisch oog
punt noodzakelijk is;
2. dat er geen sprake is van open bebouwing.
V/at punt 1 betreft heeft appellant zich bereid verklaard van ge
dachten te wisselen en overleg te plegen om te komen tot een ande
re oplossing. Inmiddels heeft overleg betreffende deze aangelegen
heid tussen appellant en. een der ambtenaren van de dienst van open
bare werken plaatsgevonden, waarbij gebleken is, dat er twee alter
natieve oplossingen mogelijk zijn. Op 10 juni jl. heeft appellant
kenbaar gemaakt, dat hij een van deze suggesties wil uitvoeren.
V/at gesloten of niet gesloten bebouwing is, is niet nader gedefi
nieerd. Slechts wanneer de woningen in carrdvorm zijn gebouwd,
wordt dit beschouwd als gesloten bebouwing.