D A
c
aan de raad der
gemeente Breda
8
1
rdiger
3n
re
p/4/39963
20-11-1974
Bijlage nr. 2'J
Voorstel von burgemeester en wet
houders tot de tweede wijziging
van de Uitkerings- en pensioenver
ordening wethouders 1971.
De Uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1971, gem.
blad 1358, 1-631, is vrijwel geheel gebaseerd op een model
verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(V.N.G.). Bij haar circulaire van 12 augustus 1974, nr.4067,
heeft de V.N.G. haar model-verordening op een aantal punten
herzien
Wij geven Uw Raad in overweging, overeenkomstig het bijgevoeg
de ontwerp-besluitbovengenoemde gemeentelijke verordening
aan te passen aan dit gewijzigde model. Voor da motivering
mogen wij - behoudens het hieronder gestelde - verwijzen naar
de toelichting van de V.N.G. op haar ontwerp-wijzigingsverorde-
ning.
In afwijking van het landelijk model kende de gemeentelijke
verordening, ln artikel 2, leden 3 on 4, roede een reglemen
taire verlenging van de uitkering voor hem of haar die het wethouder
schap heeft moeten neerleggen op grond van een (gedeeltelijke)
arbeidsongeschiktheid. Wij stellen U voor deze regeling thans
te vervangen door de bepalingen, overeenkomende met die in ar
tikel 2a, leden 2 tot en met 5, van het gewijzigde model.
De voorzieningen, opgenomen in de punten Q,R,S,T en U van ar
tikel I en in artikel II van de model-wijzigingsverordening
van de V.N.G., zijn niet overgenomen, omdat voor belanghebbenden
in de gemeentelijke uitkerings- en pensioenverordening wethou
ders 1971 situaties, waarin die bepalingen van het overgangs
recht beogen te voorzien, feitelijk niet aanwezig zijn geweest.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie voor personeelszaken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam secretaris.
