aan de raad der
gemeente Breda
I
IZ/
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 15-5-1975)
de heer Veelenturf
In de raadsvergadering van 21 oktober j.l. heb ik vragen gesteld
over het ontbreken van enige straatverlichting op de liesboslaan
tussen het viaduct en de Oude Liesboslaan. In zijn beantwoording
merkt het college op dat zich aan dit tussengedeelte slechts
enkele woningen bevinden, hetgeen voor b. en w. mede aanleiding is
om tot rijkswaterstaat geen verzoek in verband met het eventueel
aanbrengen van verlichting te richten. Toch zijn het juist die
bewoners die het ceder meer op grond van veiligheidsoverwegingen
zeer op prijs zouden stellen als er ter plaatse verlichting zou
worden aangebracht.
Vandaar dat ik het waag hierop terug te komen met de volgende
vragen:
1 acht het college het juist dat het Viiftivtal inwoners van Breda
dat hier in het geding is, verstoken blijft van zelfs de mini
male voorzieningen op dit gebied?
2. Wil het college alsnog contact opnemen met rijkswaterstaat om
aan het verlangen van de betrokken bewoners tegemoet te komen?
ANTWOORD:
Ij 3 Aangezien het betreffende gedeelte van de Liesboslaan met de daar
naast gelegen parallelwegen in eigendom aan het rijk toebehoren en
ons college met betrekking tot die wegen derhalve geen zeggenschap
heeft, hebben wij de gestelde vraag aan rijkswaterstaat voorgelegd
met het verzoek ons ter zake te willen berichten.
Zodra het antwoord van rijkswaterstaat bekend is zullen wij vragen
steller daaromtrent op de hoogte brengen.
Bijlage nr. 251
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.