aan de raad der
gemeente Breda
'259
i F1ƒ55659
22 juli 1975
Bijlage nr. 260
Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot beëindiging van de deelne
ming van de gemeente in de Stichting
Borgstellingsfonds voor Westelijk
Noord-Brabant
sdeputeerde
ce dienat-
Lssie
sn garantie
van een
l van
rklaard
ce
id op
neente
np lex.
bare
In ons raadsvoorstel van 50 november 1972 (bijlage nr. 420) inzake
verhoging van de gemeentelijke bijdrage aan voormelde stichting,
hebben wij meegedeeld dat er op het departement van economische
zaken werd gewerkt aan een reorganisatie van de borgstellings
fondsen.
Deze reorganisatie-plannen houden verband met het feit dat de oor
spronkelijke doelstelling van het borgstellingsfonds door de na-oor-
logse economische ontwikkeling grotendeels is achterhaald.
Over het ontstaan en de ontwikkeling van de borgstellingsfondsen
kan het volgende worden meegedeeld:
Tijdens de crisisperiode in de dertiger jaren bleek het noodzake
lijk om maatregelen te nemen tegen de destijds verontrustende gang
van zaken bij het midden- en kleinbedrijf. Een van die maatregelen
was het regiogewijs in het leven roepen var. borgstellingsfondsen
voor de middenstand. Aanvankelijk lag de taak van die borgstellings-
fondsen primair in de directe financiële hulpverlening aan de daar
voor in aanmerking komende middenstr.ndsbedrijven, welke niet op andere
wijze hun voortbestaan konden verzekeren.
Deze vorm van kredietverlening werd in eerste instantie mogelijk
gemaakt door de oprichters van deze fondsen, welke tevens garant
stonden voor de verleende kredieten, te weten: gemeenten, provin
cies en kamers van koophandel. De verleende garanties hadden ten
doel enerzijds het dekken van verliezen op verleende borgstellingskreaie
ten en anderzijds het kweken van een genoegzame reserve ten behoe
ve van vergroting van de uitzetcapaciteit voor nieuwe borgstellin
gen.