bijl. nr. 260 - 2 - Sedert 1935/1937 is de situatie fundamenteel gewijzigd. Met name in de r.a-oorlogse jaren hebben de maatschappelijke ontwikkelingen in de sociaal-economische sfeer niet nagelaten hun invloed op taak, doel en beleid van deze middenstands-borgstellingsfondsen uit te oefenen. Zulks manifesteerde zich uiteindelijk in een sterke terug gang van hun oorspronkelijke krediet-verlenende taak. Voorts werden de fondsen in steeds sterkere mate betrokken bij de toepassing en uitvoering van diverse rijksregelingen, zowel van het ministerie economische zaken als dat van cultuur, recreatie cn maatschappelijk werk. Deze adviserende, rapporterende en intermediaire functie gaat steeds meer tijd en geld van de fondsen in beslag nemen. Vergeleken met de aanvankelijke werkzaamheden is deze dienstverlenende functie van de fondsen in het algemeen centraal komen te staan. Desondanks bleven de kosten van het fords voor Westelijke Noord-Brabant voor een belangrijk deel drukken op de aangesloten gemeenten en (in min dere mate) 'op de provincie en de Kamer van Koophandel terwijl het rijk niet via subsidie in de kosten bijdroeg. Zie ten deze als voorbeeld de ter visie gelegde jaarrekeningen van vorenbedoeld fonds over de jaren 1973 en 1974. Daaruit is te lezen dat in die jaren de garanten (gemeenten, provincie, Kamer van Koophandel) res pectievelijk 21.500,en 14.600,bijdroegen (naast 13.600,ën 21 ,200,vergoedingen voor diensten); in de sub sidiebedragen is begrepen van aangesloten gemeenten 12.900, en 8.800,waarvan voor rekening van onze gemeente zou moeten/ komen 3.500,en 2.300, Een en ander heeft bij ons college reeds eerder de vraag doen rij zen of hst nog verantwoord v;as door te gaan met de gemeentelijke subsidieverlening in de bestaande vorm. In het al aangehaalde raadsvoorstel van 1972 leidde dit tot het voorstel om de gevraagde hogere bijdrage alleen voor 1972 toe te kennen en voor 1973 en volgende jaren eerst een beslissing te nemen nadat de plannen voor het rijk duidelijk zouden zijn geworden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 958