-4
bijl. nr. 260
der van do rijksgroepsregeling Zelfstandigen;
c. het in voorkomende gevallen uitvoeren van regelingen voor het
kleinbedrijf.
Voor een meer uitvoerige informatie over het borgstellingsfonds
"nieuwe stijl" moge kortheidshalve worden verwezen naar de ter
visie gelegde brief van de Staatssecretaris van economische zaken
d.d. 1 oktober 1974.
Of en in hoever de regionale dienstverleningscentra een gemeente
lijk belang dienen moet hier buiten beschouwing worden gelaten;
er zal op werden teruggekomen zodra de reorganisatieplannen rond
zijn en medewerking daaraan ven de gemeente zal worden gevraagd.
Gezien echter het feit dat ook nu (begin juli 1975) nog niet be
kend is wat er in feite met de borgstellingsfondsen gaat gebeuren
en het naar onze mening niet verantwoord is het borgstellingsfcnds
op de oude wijze nog langer financieel te steunen stellen wij
voor het lidmaatschap ervan te beëindigen.
Wij willen duidelijk stellen dat vorenstaand voorstel niet zo op
gevat mag worden dat er onzerzijds twijfel zou bestaan aan het
nut van de hier bedoelde instellingen voor de middenstand en het
kleinbedrijf. Het bestaansrecht van het borgstellingsfonds is hier
niet.in het geding maar alleen de huidige financieringsopzet die
naar onze mening niet moer 'beantwoordt aar. de tegenwoordige taak
vervulling van het borgstellingsfonds.
Op grond van vorenstaande overwegingen stellen wij U voor door vast
stelling van bijgevoegd ontwerp-besluit ingaande 1 januari 1976 het
lidmaatschap van de Stichting Borgstellingsfonds voor Westelijk
Noord-Brabant te beëindigen en het dagelijks bestuur van de Stichting
daarvan vó<5r 1 oktober 1975 in kennis te stellenzoals in artikel
V van de statuten van de Stichting is voorgeschreven.
Over e
lirgsf
clusie
gedaan
king v
dit in
Voorts
fonds
stelle
Een ev
mische