bij bijl. nr. 209
-12-
onder, op of boven die grond of dat water worden verwijderd véér
het verstrijken van het jaar, waarvoor de belasting wordt geheven.
Deze ontheffing wordt berekend op zoveel twaalfde gedeelten als het
aantal kalendermaanden van het lopende jaar bedraagt, welke bij het
eindigen van het gebruik of genot van de grond of het water, of bij
het verwijderen van de voorwerpen onder, op of boven die grond of dat
water, nog niet zijn ingegaan.
Artikel 35. I
Delegatie.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente-ambtenaren, aan
wijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van
enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van
de belasting.
Artikel 36.
De verplichting als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van dé Algemene
Wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en wethouders gelden
mede jegens de chef van de afdeling financiën en belastingen ter gemeente
secretarie.
Bevoegd tot het verlenen van afschrijving respectievelijk uitstel van
betaling i3 de chef van de afdeling financiën en belastingen respectieve
lijk het hoofd van de functie betalingsverkeer.
Artikel 57.
Betalingen
1De belasting moet worden voldaan in één termijn, binnen één maand
na dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De belasting voor objecten van tijdelijke aard is bij vooruitbeta
ling in één termijn verschuldigd.
3. De betaling geschiedt uitsluitend door middel van een van gemeente
wege verstrekte stortings/of overschrijvingskaart.