gemeente Breda bij bijl.nr. 209 De raad. der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 269 en artikel 277 van de gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening rioolrechten in de ge meente Breda. Aard van de heffing. Artikel 1 In,deze gemeente wordt onder de naam van rioolrecht een directe be lasting geheven wegens: A. het gebruik of genot van de gemeentelijke riolering en daarenbove B. wegens het lozen van 1000 of meer m3 water per jaar op het ge meenteriool. Belastingplicht Artikel 2. 1. Voor het rioolrecht, genoemd onder letter A van artikel 1, zijn belastingplichtig zij, die bij het begin van het belastingjaar van een op het gemeenteriool aangesloten gebouwd eigendom het genot hebben krachtens zakelijk recht. 2. Voor toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt hij die bij het begin van het belastingjaar al3 zodanig bij het kadaster bekend 3taat, ten zij blijkt dat op dat tijdstip een ander genothebbende krachtens zakelijk recht is. 3. Voor het rioolrecht, genoemd onder letter B van artikel 1zijn belastingplichtige gebruikers van gebouwen, waarin bij het be gin van het belastingjaar een bedrijf, dienst of instelling i3 gevestigd, ton behoeve waarvan in liet laatst aangevangen verbruik3jaur voorafgaand aan hot belastingjaar eon hoeveelheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1022