bij bijl. nr. 209 -3- Indien een bedrijf, dienst of instelling in het verbruiksjaar niet of niot uitsluitend van eon waterleidingbedrijf water heeft verkregen, wordt de ingevolge de voorgaande zinsneden berekende waterhoeveelheid geschat c.q. verhoogd met de geschatte hoeveel heid water, die op andere wijze is of zou zijn verkregen. Indien aannemelijk is, dat de hoeveelheid geloosd water ten minste 3000 m3 of ten minste 20$ lager is dan de som der hoeveel heden ingekocht en op andere wijze verkregen water, wordt laatst genoemde som verminderd met de hoeveelheid van het verschil. Op verzoek en voor rekening van belastingplichtige wordt de hoe veelheid geloosd water gemeten middels (een) door of vanwege de gemeente te plaatsen meter (s), in welk geval het rioolrecht wordt goheven naar de aldus gemeten hoeveelheid, tenzij kan worden aan getoond, dat in belangrijke mate door miswijziging of anderszins de meter(3) niet de juiste hoeveelheid afgevoerd water aangeeft (aangeven) Is dit laatste het geval, dan wordt de hoeveelheid afgevoerd water geschat. 3. Bij een belangrijk verschil tussen de ingebrachte en de op het gemeenteriool geloosde hoeveelheid water kan van een bedrijf, diens of instelling een accountantsverklaring verlangd worden betreffende de in het laatst aangevangen verbruiksjaarvoorafgaand aan het belastingjaar, in produkten verwerkte hoeveelheden water. Bedrag der belasting. Artikel 5. 1. Het rioolrecht, genoemd onder A van artikel 1 bedraagt voor de ge bouwde eigendommen en daarbij behorende erven 20j$ van de belast bare opbrengst gebouwd. 2. Het rioolrecht, genoemd onder B van artikel 1 bedraagt 0,08 (acht cent) per m3 hoeveelheid geloosd water, waarbij de totale hoeveelheid naar heneden wordt afgerond op een veelvoud van 100 m3.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1025