bij bijlade nr. 209 -3- dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan eou kunnen worden overgedragen en de verkrijger het goed in de staat waarin het zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in feitelijk gebruik zou kunnen nemen. Indien van een onroerend goed, als bedoeld in artikel 3, lid 1 letter b, niet een zelfstandige waarde in het economisch verkeer kan worden vastgesteld, wordt die waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde in het economisch verkeer van het eigendom waarvan het deel uitmaakt. Bij de toepassing van het eerste lid blijft buiten aanmerking de waarde van tot het onroerende goed behorende, daaraan al dan niet aard- of nagelvast verbonden werktuigen welke verwijderd kunnen worden met behoud van hun waarde als zodanig en niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. Bi'j toepassing van het eerste lid blijft buiten aanmerking de in vloed welke de bouw of verbouwing van een gebouwd eigendom heeft op de waarde in het economische verkeer van het onroerend goed, zolang die bouw of die verbouwing nog niet is voltooid of geen voltooiings verklaring is afgegeven, dan wel zolang dat gebouwde eigendom nog niet gereed is gekomen voor feitelijk gebruik overeenkomstig de be stemming die met de bouw of verbouwing wordt beoogd. Indien met betrekking tot een onroerend goed de bouw of de verbouwing van een gebouwd eigendom nog niet is voltooid, doch wel zover is ge vorderd dat een gedeelte daarvan in feitelijk gebruik kan worden ge nomen overeenkomstig de bestemming die met die bouw of die verbouwing voor het gehele gebouwde eigendom wordt beoogd, wordt bij het vast stellen van de heffingsgrondslag de invloed welke die bouw of die verbouwing heeft op de waarde in het economisch verkeer voor dat onroerend goed, in aanmerking genomen, voor zover deze kan worden toegeschreven aan het voer feitelijk gebruik gereed gekomen gedeelte. Voor zoveel nodig is voor de waardering van evenbedoeld gedeelte het tweede lid ven overeenkomstige toepassing, mot dien verstande dat voor de in dat lid bedoelde waarde in hot economisch vorkoor van het gebouwde eigendom in de plaats treedt de onderstelde wiardc in het economisch verkeer welke aan het gebouwde eigendom zou moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1031