bij bijl. nr. 209 Premie Kerkenbouw (Stbl.1962, 538) met dien verstande dat de in artikel 1 eerste lid, letter a, bedoelde belasting wel wordt ge heven van bovenbedoelde gebouwde eigendommen met hun aanhorigheden en gedeelten van zodanige eigendommen, voor zover deze eigendommen dienen als woning; 2. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken, zoals viaducten, aquaducten, bruggen, tunnels en sluizen. Wijze van belastingheffing. Artikel 8. De belastingen worden geheven bij wijze van aanslag. Tenaamstelling. Artikel 9. Indien met betrekking tot eenzelfde onroerend goed, hetzij ingeval van gelijksoortig gebruik meer dan één gebruiker, hetzij meer dan één genothebbende krachtens zakelijk recht kan worden aangewezen, wordt de aanslag gesteld ten name van een van hen met toevoeging van de af korting "c.s." Aangifte. Artikel 10. iHet formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbe sluit vastgesteld. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden. Artikel 11 Burgemeester en wethouders kunnen één. of meer gemeente-ambtenaren aan wijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van de belastingen. Nakoming van verplichtingen. Artikel 12. De verplichting als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1033