bijlnge nr. 240 -2- 0nze3 inziens heeft het bestuur van de stichting voldoende kun nen aantonen dat een personeelsuitbreiding net een jeugdadviseur noodzakelijk is en wij achten de aanstelling van deze functiona ris dan ook zeker gerechtvaardigd. Zoals Uw raad eerder is medegedeeld, worden momenteel pogingen in het werk gesteld om ten behoeve van het jeugd- en jongerencentrum een subsidie van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk te verkrijgen, een en ander krachtens de rijkssubsidieregeling jeugd- en jongerenwerk. In dit verband kunnen wij Uw raad mededelen dat de werkwijze van het jeugd- en jongerencentrum in de komende periode, zoveel mogelijk gefaseerd zal worden afgestemd op de subsidietitels en daaraan gekoppelde voorwaarden van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk. De werkwijze zal in die zin gaan veranderen dat door de jeugd adviseurs veel meer op mikro-niveau (buurt- en-wijkniveau)ge werkt zal gaan worden, terwijl in het verleden de jeugdadviseurs zich bezighielden met een (of meerdere) bepaalde vormen van jeugd- en jongerenwerk. De in ontwikkeling zijnde veranderende aanpak van de takenpaketten van de beroepskrachten behelst derhalve een herwaardering en uit breiding vanuit de functie "dienstverlening". Bij het afschaffen van de oude takenpaketten zoals "open jeugd werk" "methodiek jeugd- en jongerenwerk", "open jongerenwerk", "creativiteitsbevordering"zullen nieuwe takenpaketten worden geformeerd, welke gebaseerd zijn op de specialismen die binnen het kader van de materiële- en immatieriële dienstverlening het verlenen van organisatorisch of zakelijke diensten en het verschaffen van informatie) kunnen worden onderscheiden. De uitbreiding betekent derhalve een verruiming van de mogelijk heden, zowel voor wat betreft de verdieping van de dienstver- leningstaken als voor wat betreft het werken in de wijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1134