bijlage nr. 240
-3-
Daarnaast is geconstateerd dat er in de loop der jaren een 3teeds
verdere uitbreiding van de werkzaamheden van het jeugd- en jon
gerencentrum heeft plaatsgevonden.
Het veldwerk, dat momenteel door vier jeugdadviseurs wordt ver
richt, wordt door de veranderende methode van werken, steed3 meer
arbeidsintensief.
j| Het aantal activiteiten neemt steeds meer toe en een beleidsmati-
ge aanpak wordt een veeleisende opgave.
Door ons college werden voornoemde ontwikkelingen nauwgezet ge
volgd en hebben tot op heden onze instemming. Uiteraard zal Uw
raad, met name over de voortgang van de rijkssubsidiëring van het
centrum en de daarmee voortgaande verandering van werkwijze, wor
den geïnformeerd.
Gelet op het vorenstaande, stellen wij U voor om akkoord te gaan
met de aanstelling van een 5e)jeugdadviseur bij de stichting
jeugd- en jongerencentrum.
Conform de subsidievoorwaarden, gesteld in hoofdstuk B van de
jeugdnota 1968, zal de aanstelling en honorering var. bedoelde
functionaris, eerst na goedkeuring van ons college, geschieden.
Gelet op de tijdrovende procedure m.b.t. de werving en aanstel
ling van bedoelde functionaris heeft ons college besloten om,
vooruitlopende op goedkeuring door Uw raad, het stichtingsbe-
r
J stuur toestemming te verlenen, de wervingsprocedure per 1 juli
1976 te starten.
De financiële consequenties voor het jaar 1976 kunnen in de be
groting 1976 van het jeugd- en jongerencentrum worden opgevangen,
terwijl eveneens in de ontwerp-begroting 1977 met deze salaris-
post is rekening gehouden.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie voor jeugd, sport en recreatie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Nerkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.