bijlage nr. 269 -5- deze mogelijkheid nader zal worden uitgewerkt hij of krachtens een algemene maatregel van bestuur. Blijkens de voor U ter inzage gelegde circulaire d.d. 19 mei 1976, nr. B76/U1766*, van de minister van binnenlandse zaken zal de vaststelling van een zodanige algemene maatregel van bestuur voorshands niet worden bevorderd. Er wordt de voorkeur aange geven om eerst in de praktijk de nodige ervaring met deze wet op te doen. Aan de hand daarvan zal nader worden bezien of een nadere regeling wenselijk is. 3. Consequenties wet gemeenteraad. Hoewel, zoals gezegd, de consequenties qua omvang als gevolg van de werking van deze wet thans niet geheel zijn te overzien kan op grond van de huidige inzichten worden verwacht, dat de procedure ingevolge de wet-Arob op het gemeentelijke vlak in de meeste gevallen beschikkingen van ons college zal betreffen. Niettemin zullen ook enkele categorieën van besluiten van de gemeenteraad en van de burgemeester onder de werking van de wet vallen. In het geval een bezwaarschrift krachtens deze wet zou worden ingediend bij de gemeenteraad zou in de huidige situatie de bezwaarde(n) gehoord moeten worden door de gemeenteraad. Naar onze mening is de gemeenteraad qua omvang evenwel ongeschikt om als hoorinstantie te functioneren. Beter zou het zijn om hiervoor een commissie in te stellen. De omvang van de werkzaamheden als gevolg van de inwerkingtreding van deze wet kan voor een dergelijke commissie op dit moment niet worden overzien. Op grond hiervan geven wij er thans de voor keur aan om voorshands tot 1 april 1978 voor deze problematiek een oplossing te zoeken door aan te sluiten bij de reeds bestaande situatie, ten einde ter zake een werkbare situatie te creëren. V/ij stellen ons hierbij voor om het horen van de indiener van een bezwaarschrift bij de gemeenteraad, alsmede de advisering hierover aan de gemeenteraad ovor te laten aan de bestaande

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1225