bijlage nr. 295
-3-
houdt immers automatisch in, dat de deelnemende gemeenten volgens
de in de regeling aangegeven procedures (artikel 5, 6, 35, 35 en 37)
plaatsen moeten aanwijzen waar centra kunnen worden ingericht.
Niet-vaststelling door de gemeenten houdt in, dat de gemeenten zelf
voor wat haar grondgebied betreft artikel 2 van de Woonwagenwet
moeten uitvoeren.
In dit artikel staat vermeld, dat elke gemeente, al dan niet in
samenwerking met een of meer andere gemeenten, een openbaar centrum
voor woonwagens in stand moet houden.
De mogelijkheid om het spreidingsbeleid spoedig te realiseren staat
of valt echter met het snel in werking treden van de nieuwe gemeen
schappelijke regeling.
Een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de toezending door het
Algemeen Bestuur van het Woonwagencentrum Breda van het definitief
concept, moet voor elke gemeente voldoende worden geacht om al dan
niet tot vaststelling van de regeling te besluiten.
Gelet op het feit, dat de spreidingspogingen al een lange geschiedenis
hebben en gelet op de nijpende nood op het Bredase Centrum, achten wij
een lange duur van de procedure niet verantwoord.
In het andere geval zullen wij in ernstige overweging moeten nemen
of niet moet worden besloten de deelname aan de huidige gemeenschap
pelijke regeling op te zeggen. Tevens zou dan het huurcontract met
het Woonwagencentrum voor wat betreft het terrein opgezegd moeten
worden.
De vraag kan gesteld worden of het aangaan van een gemeenschappelijke
regeling, gelet op het spreidingsbeleid, nog wel zinvol is.
Voorshands willen wij deze vraag in positieve zin beantwoorden.
Met het bestuur zijn wij van mening, dat een gemeenschappelijke re
geling het beste middel is om een goed spreidingsbeleid te realiseren
en de discontinuïteit in het beleid met betrekking tot woonwagenbe
woners te vermijden. De kennis en ervaring opgedaan bij het oprichten
en instandhouden van standplaatsen voor woonwagenbewoners en in het
algemeen de kennis van woonwagenproblematiek kan de gemeentebesturen
van veel nut zijn bij deze voor hun nieuwe aangelegenheid. Dit is