bijl. nr. 298
Ons college heeft van de Grontmij een brief ontvangen waarin deze meè-
deelt op verzoek van de Bredase Skivereniging de mogelijkheden te hebben
onderzocht om een gedeelte van het vuilstort te Bavel in te richten voor
de skisport. De Grontmij acht een dergelijke ontwikkeling technisch en
financieel gezien haalbaar en verzoekt ons college om, onder het benodigde
voorbehoud, in principe in te stemmen met bovengenoemd initiatief.
In antwoord op dit schrijven heeft ons college de Grontmij medegedeeld:
- dat nog niet duidelijk is welke bestemming het gebied, waarin het
vuilstort gelegen is, zal krijgen;
- dat derhalve nog niet kan worden beoordeeld of de aanleg van een j
dergelijke skivoorziening in overeenstemming zal zijn met de toe
komstige bestemming van het gebied;
- dat de aanleg van een skibaan niet voorkomt op de prioriteitenlijst
van te realiseren sportvoorzieningen in de gemeente Breda;
- dat betekent niet dat wij de realisering van een dergelijke voorziening
bij voorbaat afwijzen.
Wij zijn bereid in overleg met betrokkenen te zoeken naar een mogelijke
vestingsplaats. In dit onderzoek zal ook de vuilstortplaats in Bavel
worden betrokken.
Ten slotte dient nog te worden opgemerkt dat het betreffende vuilstort-
terrein gelegen is op grondgebied van de gemeente Nieuw-Ginneken.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 26-4-1976)
de heer Gielen r
In do raadsvergadering van 18 december 1975 heb ik een vraag gesteld
over de inspraak van het Heuvelkwartier. Mijn vraeg luidde of het
college kenbaar kon maken welke mensen in het wijkcomité-Heuvelkwartier
zitting hadden.
Vier maanden later heb ik van het college een nietszeggend antwoord
gekregen. Ik ben daarover bijzonder teleurgesteld, want ik heb mijn
vraag niet voor niets gesteld. Het antwoord is dat de kerngroep van
wijkbewoners vele en goede contacten met een aantal bewoners van het
Heuve[kwartier heeft. Graag zou ik wi.llen weten wie die mensen dan wel
zijn i. ik hoop geen vier maanden op het antwoord te Loeven wachten.