-4 bijl. nr. 298 verzocht ons er tijdig van op de hoogte te stellen wanneer de motie niet zou kunnen worden uitgevoerd. Inmiddels hebben wij de eerste gegevens van de begroting binnengekregen, maar tot op heden hebben wij nog geen reactie op de destijds aangenomen' motie ontvangen. Ik wijs erop dat in de motie het verzoek is gedaan of wij tijdig op de hoogte zouden kunnen worden gesteld van de mogelijkheden tot het invoeren van passe partouts voor de zwembaden. Dit zou ik graag onder de aandacht van het college van b. en w. willen brengen en ik zou willen vragen of wij vóór de begrotingsbehandeling een reactie kunnen ontvangen. A] ANTWOORD De bestudering van het al of niet invoeren van een passe-partout voor de zwembaden is niet afgerond kunnen worden voor het tijdstip van in diening begroting door de dienst voor jeugd en sport (medio april 1976). Het vraagstuk wordt wel betrokken in het tarievenvoorstel voor de sport accommodaties over 1977. Het voorstel m.b.t. de tarieven zal besproken worden in de raadscom missie jeugd, sport en recreatie van 28 september a.s. en in de ge meenteraadsvergadering van 14 oktober 1976. Ons college zal evenwel voor behandeling van de begroting in de raad van Breda een'-standpunt over deze zaak bepaald hebben. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 12-8-1976) de heer Geene Er bereiken het college geregeld verzoeken tot het verlenen van ver- f gunningen voor heb houden van tentoonstellingen. Het welslagen van ten toonstellingen hangt in hoge mate af van de openingsuren. B. en w. hanteren daarvoor blijkbaar bepaalde normen, maar de indruk bestaat dat deze normen enigszins willekeurig worden toegepast. Wil het college de raad erover inlichten welke criteria precies gelden voor: a. de benaming "tentoonstelling"; b. de openingsuren?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1346