bijl. nr. 298
te maken. De kernvraag was en is steeds, wat onder het begrip tentoon
stelling verstaan dient te worden. De wet zelf geeft hieromtrent geen
enkel uitsluitsel.
De staatssecretaris van economische zaken heeft in een tweetal circu
laires zijn interpretatie van het begrip tentoonstelling gegeven. De
belangrijkste elementen uit deze circulaires laten wij hieronder volgen:
- het laten bezichtigen van nieuwe collecties of nieuwe modellen wordt
geacht tot de normale bedrijfsuitoefening te behoren en wordt op zich
zelf niet als een tentoonstelling aangemerkt, tenzij duidelijk wordt
afgeweken van het assortiment dat de ondernemer normaal pleegt aan t/'
bieden;
- het houden van een tentoonstelling door één ondernemer is moeilijk
denkbaar;
- er is duidelijk sprake van een tentoonstelling al3 deze als een belang
rijke manifestatie van een bepaalde tak van het bedrijfsleven kan
worden beschouwd; in dat geval is er immers geen sprake van een ernstige
verstoring van de concurrentieverhoudingen;
- van een tentoonstelling kan voorts niet worden gesproken, indien het
aan de deelnemers uitsluitend een extra mogelijkheid biedt hun waren
te koop aan te bieden 011 te verkopen.
Daarnaast heeft de staatssecretaris van economische zaken bij een
schrijven d.d. 23 juni 1975 speciaal met betrekking tot het houden van
kunst- en antiektentoonstellingen onder meer het volgende laten weten:
"Het komt inderdaad steeds meer voor dat antiekhandelaren, individueel
dan wel als groep, nu eens hier, dan weer elders ontheffing vragen
voor net houden van een antiekbeurs. In de meeste gevallen gaat het er
w
daarbij niet alleen om echte antieke voorworpen te verkopen, doch
veelal bestaat het aanbod voor een belangrijk deel tevens uit gebruikte
goederen of zelfs nieuwe goederen, die oud en antiek lijken.
Het laten bezichtigen van dergelijke waren behoort tot de normale be
drijfsuitoefening van bedoelde handelaren, zodat hier niet van een
tentoonstelling kan worden gesproken".
Mede gelet op het bepaalde in artikel 17, 5e lid van de winkelsluitings
wet gaat ook het college bij beoordeling van een aanvrage om ontheffing
als bedoeld in artikel 12, 2e lid onder c van de winkelsluitingswet
uit van de door de staatssecretaris van economische zaken gegeven inter
pretatie van hot begrip tentoonstelling.