-8-
bijl. nr. 298
Tot slot wordt o.m. vermeld dat er kansbestaat dat de uitbreiding
van een bepaald bedrijf zich in Ierland of Frankrijk gaat vestigen.
Het vorenstaand artikel in "De Stem" geeft de heer Veelenturf en
ook mij reden om Uw college de navolgende vragen te stellen:
3.1 Heeft het college kennis genomen van vorenbedoeld artikel in
"De Stem" van 12 juni en in bevestigend geval is het college
het eens met de aan de wethouder van economische zaken toege
schreven mededelingen?
3.2. Indien vorenstaande vragen bevestigend worden beantwoord, wilf
het college dan mededelen waaruit de acties bij de rijksover
heid hebben bestaan en in welke periode deze activiteiten zijn
gevoerd.
3.3. Aangezien blijkens de mededeling het eindeloos duurt om wat te
bereiken voor bedrijven wil het college
3.3.1. mededelen om hoeveel bedrijven het gaat en wat de be
tekenis daarvan is voor de werkgelegenheid.
3.3.2. de namen van de bedrijven ter kennis brengen van de raad
c.q. de commissie economische zaken (voor zover nodig
vertrouwelijk)
5.4. Bij bevestigende beantwoording van het gestelde in punt 3.1.
wil het college tevens mededelen waarom eerst bij een bezoek van
WD -kanerleden hierover publiekelijk wordt geklaagd en deze
mededelingen aan de raad van Breda zijn onthouden en ook nimmer
in de commissie economische zaken hiervan gewag is gemaakt, te
meer omdat de leden van laatstbedoelde commissie op niet aflatende
wijze hun zorgen voor de werkgelegenheid hebben kenbaar gemaakt
en naar onze opvatting de raad - gelet op de eigen verant
woordelijkheid voor de werkgelegenheid - daarvan niet onkundig
mocht worden gelaten.
Indien Uw college niet kan instemmen met de inhoud van meergenoemd
artikel in "De Stem" wil het college daarvan dan publiekelijk afstand
van nemen, zodat eventuele parti-j-politieke elementen - bij correcte
weergave van het gesprokene door de wethouder van economische zaken -