bijlage nr. 302 -2- b. de werkgelegenheidssituatie mede in het licht van de door de regering ontwikkelde gedachte inzake de gesloten woon- werkbalans. Bij het analyseren van deze aspecten naar zijn consequenties zijn wij gestuit op een groot aantal vragen, waarop wij thans nog geen antwoord kunnen geven. 4 Met betrekking tot het wonen dient zich onmiddellijk de vraag aan op welke plaats(en) dienen de 10.000 extra woningen gelokaliseerd te worden. Een andere vraag is of meerdere lokaties al dan niet gelijk tijdig in exploitatie genomen moeten worden. Verder spelen een rol kwesties als fasering en de haalbaarheid van het wenselijke bouwtempo. Een annex probleem hierbij is verder de aanpassing van de infrastructuur. Voor zover nodig willen wij U er in dit verband op wijzen, dat de lokatie en bebouwing van de Haagde Beemden geheel buiten de pro blematiek van de Verstedelijkingsnota staat. Immers naast het tegen gaan van onverantwoorde suburbanisaties is deze woonbebouwing geba seerd op de eigen behoefte, waarbij ingecalculeerd een stuk overloop uit de randstad, zoals deze zich reeds jaren heeft voltrokken. Met betrekking tot de werkgelegenheidsontwikkeling bestaat een grote mate van onzekerheid. Omdat in de Nota de gesloten woonvwerkbalans- situatie een overwegende betekenis wordt toegekend, is het van fundamenteel belang te weten hoe de werkgelegenheid zich zal gaan I kunnen ontwikkelen. De kardinale vraag ter zake is of ter waarmaking van dit beleidsvoornemen voldoende en adequate instrumenten beschik baar zijn, of komen. Kaders beantwoording vraagpunten Allereerst zijn wij van oordeel, dat voor een algeheel integratie kader o.m. het meest wenselijk verstedelijkingspatroon voor het stads gewest Breda aangegeven dient te warden vanuit het structuurplan voor het stadsgewest Breda. De studie met betrekking tot dit structuurplan voor het stadsgewest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1365