bijlage nr. 319 -6- De bezwaren welke op deze totaliteit betrekking hebben en nu eerst bij de onderhavige planwijziglng worden geuit, zijn dan ook weinig over tuigend De bebouwingsdichtheid wordt namelijk ten opzichte van het vigerende plan nauwelijks vergroot. Het aantal te bebouwen en/óf uitgeefbare terreinen wordt door de partiële herziening van het bestemmingsplan niet gewijzigd. De thans voorgestelde wijzigingen betreffen namelijk terreinen welke in het vigerende plan voor bijzondere bebouwing waren bestemd. Het bebouwingspercentage wordt ca. 50$ in plaats van de thans geldende 35 en 40$, waarop nog een verhoging van 10$ is toegestaan. V/ij zijn dan ook van mening, dat een dergelijke incidentele verhoging van de bebouwingsdichtheid niet als een steeds verdere toename van de dichtheid kan worden aangemerkt. Zoals gesteld hebben de wijzigingen betrekking op terreinen die in het vigerende plan ook een bouwbestemming hebben. De terreinen kunnen aan gewend worden voor behoeften voortkomend uit gewijzigde maatschappelijke omstandigheden. Er is momenteel een grote behoefte aan gekwalificeerde voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van bejaarden. De op buurtniveau noodzakelijke openbare voorzieningen zijn op de daar voor bestemde terreinen gerealiseerd en voor zover er zich nog nadere behoeften zouden kunnen voordoen zijn er nog een tweetal terreinen voor bijzondere bebouwing beschikbaar. Het bebouwingspercentage voor de terreinen berekend op basis van de ontworpen plannen bedraagt voor de terreinen ca. 50$ waarbij toch vol doende open ruimte voor parkeren, groen en verblijfsruimte op eigen terrein aanwezig is. De hoogte van de bouwlagen varieert van 1 tot 3 lagen, waarvan 70$ van de te bebouwen oppervlakte met één en twee lagen wordt bebouwd. Tegenover de eengezinswoningen wordt uitsluitend in een of twee lagen gebouwd De afstand tussen de gerealiseerde woningen en de geprojecteerde be jaardenwoningen bedraagt ten minste 18 meter. Voor de woonstraten in het plan Heusdenhout is dit een veel voorkomende maat. Door variaties in de hoogten wordt een verdere verhoging van de dif ferentiatie in bebouwingsvorm verkregen. Het feit dat het bejaarden woningen betreft betekent eveneens een grote verscheidenheid in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1418