bij bijl. nr. 32! X plaatse reed3 jarenlang plantsvonl te kunnen laten voortgaan, de Wijziging van het bestemmingsplan in 1967 niet nodig was geweest, is juist. Het voert evenwel te ver uit die bestemmingswijziging te concluderen, dat doelbewust iedere bebouwing van het terrein voor de toekomst is uitgesloten. Immers Uw raad behoudt ten alle tijde de bevoegdheid een vastgestelde bestemming door middel van een herziening van het bestemmingsplan te wijzigen. Voorts moge er op gewezen worden, dat in het nog geldende plan doelbewust aan een tweetal percelen, gelegen aan de laan van Mertersem en de Gt. Naar- tenstraat de bestemming "openbaar groen" (waarop geen bebouwing is toegestaan) is gegeven, ten einde de mogelijkheid van ontsluiting van het binnenterrein t.b.v. een andere bestemming open te laten. Reclamanten zijn van mening, dat er geen enkele dwingende behoefte aan meer bouwgrond in dit gebied voor dit soort woningen bestaat. Daarbij verwijzen zij met name naar het advies van de stedebouw- kundige adviesraad (pag 3). Naar onze mening berust deze stelling op een onjuiste en onvol ledige lezing van het advies van de adviesraad. De adviesraad schrijft n.l. (pag. 2, laatste alinea en pag. 3): "Ten aanzien van gekozen woonvorm, te weten eengezinshuizen voor "de verkoop, menen wij dat deze een goede aanpassing geeft met de "woningbouw in do omgeving. "De omringende woonkarakteristiek wordt hierdoor niet aangetast. "Blijkens mededelingen van de gemeente bestaat er in het gehele "gedifferentieerde pakket van woonbehoefte voldoende grond aanbod "om de behoefte aan sociale woningbouw te kunnen realiseren, zodat "deze gronden daarvoor niet in aanmerking behoeven te komen". Voorts wordt gewezen op het belang van omwonenden (behoud kwekerij, groenvoorziening, behoud natuurschoon, mogelijkheid tot recreatie en kinderspeelplaats) om de huidige bestemming te handhaven tegen over het individuele belang van de bouwer bij wijziging van de be stemming in bebouwing. In dit kader wijzen wij erop, dat een ieder in de gelegenheid is de gemeente te verzoeken tot een bestemmingswijziging, mits deze wijziging stedebouwkundig aanvaardbaar is en tegen betaling van een bijdrage (zie voor het onderhavige geval pag. 2 van de toelichting,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1434