bijlage nr. 324
-4-
ranciers, heeft de afdeling uit nadien verkregen eigen middelen
kunnen betalen.
Wij hebben meermalen overleg gepleegd met de afdeling, ten einde
spoedig tot een oplossing te komen voor het financieringstekort.
De gezamenlijke conclusies daaruit.was, dat de afdeling tot het nog
te betalen bedrag van 62.000,een aanvullende geldlening zou
moeten aangaan. Onzerzijds is daarbij toegezegd Uw raad te zullen
voorstellen voor de tijdige betaling van rente en aflossing daarvan^
de noodzakelijke garantie te verlenen.
Dit voorstel bereikt Uw raad eerst nu, omdat, nog afgezien van de
nodige vertraging, waarmee de rekening van de nieuwbouw is opgemaakt,
dit voorstel nadien, mede op verzoek van de afdeling, enkele maanden
is aangehouden, ten einde tegelijk met een eventueel voorstel, waar
over wij overigens nog geen standpunt hebben ingenomen, tot het ver
lenen van een garantie voor de tijdige betaling van rente en aflossing
van een aan te gane geldlening ten behoeve van de financiering van de
voorgenomen uitbreiding van het dierenasiel aan Uw raad te kunnen
voorleggen. Nu het zich laat aanzien, dat de uitwerking van het plan
tot uitbreiding van het dierenasiel nog geruime tijd op zich zal laten
wachten, hebben wij, na overleg met de afdeling, gemeend er goed aan
te doen dit voorstel afzonderlijk aan Uw raad voor te leggen.
Resumerend stellen wij Uw raad voor aan de afdeling Breda van de Ne
derlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren een garantie te ver
lenen voor de tijdige betaling van rente en aflossing van een door
de afdeling aan te gane geldlening van 62.000,ten behoeve van
het financieringstekort van de nieuwbouw van het dierenasiel en de
beheerderswoning. Een ontwerp-besluit gaat ter vaststelling hierbij.
De afdeling zal de jaarlijkse lasten van deze aanvullende geldlening
afzonderlijk opnemen in de jaarlijkse exploitatierekening. De bij be
sluit van 21 februari 1972, bijlage 78, door Uw raad vastgestelde sub
sidieregeling voor het dierenasiel is daarop van overeenkomstige toe
passing.