aan de raad der gemeente Breda t I I Bijlage nr. 32a BK/75725 2-9-1976 Preadvies van burgemeester en wet houders inzake het beroep, ingesteld door mevrouw Ch. Teljeur-Steijlen, tegen de besluiten tot weigering van een vergunning t.b.v. de exploitatie van een kamerverhuur- inrichting in de panden Baronielaan 111 en Willem van Oranjelaan 8. Van mevrouw Ch. Teljeur-Steijlen, wonende Ginnekenweg 4a te Breda, hebben wij op 2 juni j.l. een schrijven ontvangen, waarbij zij in beroep komt tegen een tweetal besluiten van ons college d.d. 28 april 1976 nr. BK/62408, tot weigering Van de vergunning tot het exploiteren van een kamerverhuurinrichting in de panden Baronielaan 111 en Willem van Oranjelaan 8. Deze besluiten werden haar op 6 mei 1976 toegezonden. Het beroep is binnen de in artikel 31 van de verordening op logëer en/of kamerverhuurinrichtingen gestelde termijn inge steld, zodat appellante in haar beroep kan worden ontvangen. Wij gaan in dit verband voorbij aan het feit, dat het beroep schrift niet aan de raad, doch aan ons college is gericht. De strekking ervan is immers volkomen duidelijk. Alhoewel door diverse verbouwingen de bewoonbaarheid van voornoemde panden verbeterd is, voldoen de inrichtingen niet aan de eisen, welke in de onderhavige verordening ten aanzien van de brandveiligheid worden gesteld. Sedert geruime tijd is er bij de exploitante op aangedrongen daarin verbetering te brengen, evenwel zonder resultaat. Omdat hier sprake was van een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a van de verordening, hebben wij de gevraagde vergunningen ge weigerd. Uit het beroepschrift blijkt, dat de motivering gebaseerd iB op de financiële consequenties, welke voortvloeien uit de te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1459