gemeente Breda bij bijlage nr. j28 De raad van de gemeente Breda; gelezen het schrijven d.d. 1 juni 1976 van mevrouw Ch. Teljeur- Steijlen, wonende Ginnekenweg 4a te Breda, waarbij zij in be roep komt tegen de besluiten van burgemeester en wethouders van Breda d.d. 28 april 1976, nummer BK/9/62408, tot weigering van de vergunning tot het exploiteren van een kamerverhuurinrich- ting in de panden Baronielaan 111 en Willem van Oranjelaan 8 te Breda; overwegende, dat het beroep is ingesteld binnen de in artikel 312e lid, van de verordening op logeer- en/of kamerverhuur- inrichtingen gestelde termijn; dat, alhoewel appellante haar beroep niet bij de raad, doch bij het college van burgemeester en wethouders heeft ingesteld daar in ontvankelijk behoort te worden verklaard, omdat de strekking van het beroepschrift duidelijk is; dat het beroepschrift zich niet richt tegen de geëiste voorzie ningen, doch de bezwaren betrekking hebben op de daaruit voort vloeiende financiële consequenties; dat de door appellant ingebrachte bezwaren geen steun vinden in voornoemde verordening; dat de omstandigheden, die tot weigering van de gevraagde ver gunning hebben geleid niet zijn gewijzigd; gelet op het bepaalde in artikol 31 van de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1461