aan de raad der gemeente Breda I.Z./- 12-1-1976 VRAAG (gesteld in raadsvergadering d.d. 16-10-1975) mevr. Paulussen:f1 'iÉ Naar aanleiding van de voorgenomen sloop van de twaalf woningen aan de Oude Vest zouden wij de volgende vragen aan het college willen voorleggen. Zijn b. en w bereid met de eigenaar van deze woningen te over leggen over stopzetting van de sloop'totdat opnieuw overleg tus sen de huurders en de eigenaar of eigenaren heeft plaatsgevonden? Zijn b. en w. bereid te bemiddelen, opdat niet eerder tot sloop wordt overgegaan dan op het tijdstip waarop een andere bestem ming wordt gerealiseerd? Kan bij de bemiddeling worden gewezen op de bestaande subsidiemogelijkheden voor het opknappen van woningen? Deze kwestie geeft duidelijk aan dat de gemeente, wanneer zij in de binnenstad de woonfunctie wil behouden, alle middelen die er wettelijk zijn moet benutten. Wij doelen hier op artikel 56 van de woningwet. Dit artikel houdt in dat bij Koninklijk Besluit ge meenten kunnen worden aangewezen waar het verboden is zonder toestemming van b. en w. een gebouw of een gedeelte van een ge- bouw, dat tot bewoning bestemd was, te slopen, te gebruiken voor een ander doel dan woning of op andere wijze aan de bestemming tot woning te onttrekken dan wel onttrokken te houden. Een aantal gemeenten maakt reeds gebruik van deze maatregel op grond van artikel 56 van de woningwet. Deze maatregel geeft b. en w. meer mogelijkheden om te voorkomen dat goede en goedkope woningen voor bewoning door woningzoekenden uit de lagere inkomensgroepen verloren gaan. Omdat de kwestie zeer urgent is, zouden wij b. en w. willen vragen bijlage nr. 1 (1e vervolg) Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 14