-9- vaak twijfelgevallen voordeden, zodat de grenzen van de onderhoudsverplichtingen vervaagden. Dit leidde tot rechts onzekerheid en geschillen tussen huurder en verhuurder. Wellicht dat zich dit in de toekomst minder zal voordoen. Het is niet uitgesloten, dat in concrete gevallen de huurder zal ervaren, dat de gemeente minder soepel te werk gaat dan voorheen wellicht. Dit staat echter in wezen geheel los van de wijziging van het huurreglement en ook van een veronder- - Sf stelde lastenverzwaring voor de huurder op grond van deze wij ziging. conclusies 1. Op grond van de wijziging van het huurreglement treedt geen lastenverzwaring op. Door een scherpere afbakening van de onderhoudsver plichtingen wordt vervaging van de grenzen ervan terug gedrongen c.q. voorkomen. 2. De stelling, dat deze scherpere afbakening van de onder houdsverplichtingen in feite toch leidt tot lastenver zwaring voor de huurder, gaat uit van een feitelijke situ atie die juist verbetering behoeft en welke daarom niet als uitgangspunt genomen moet worden. Overigens kan men de gemeente toch niet verwijten, dat ze zich houdt aan haar'contractuele c.q. wettelijke verplichtingen. b. Een tweede bezwaar, dat met de inhoudelijke wijziging van het huurreglement eigenlijk ook niets van doen heeft, is het ver wijt, dat de raad onjuist geïnformeerd zou zijn. De in het voorgaande aangevoerde argumenten en overwegingen zijn (uiteraard) dezelfde als die welke ten grondslag hebben gelegen aan het preadvies tot wijziging van het huurreglement. Vandaar dat in genoemd preadvies als thans wederom geconclu deerd wordt, dat de wijziging van het huurreglement geen zwaardere verplichtingen aan de huurders oplegt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 150