bijlage nr. 336 -2- woord. In het betreffende rapport wordt sterk aangedrongen op de aanstelling van een kosmopolitiek vormingswerker voor die coördinatie- en begeleidingsfunctie. Bij besluit van 19 juni 1975 heeft Uw raad voor 1975 een subsidie toegekend van 4.000,onder de voorwaarden dat - een pluriform karakter van de bestuursstructuur wordt gegarandeerd; - subsidiëring voor 1975 geen automatische voortzetting voor volgende jaren betekent maar dat deze voortzetting afhankelijk wordt gesteld van de werkresultaten en de conclusies uit een evaluatierapport over een redelijke periode (1 jaar). Op deze voorwaarden komen wij aanstonds terug. Het evaluatierapport is als bijlage bij het subsidieverzoek ontvangen. Evenals in 1975 hebben wij de culturele raad verzocht een advies over dit subsidieverzoek uit te brengen.Dit advies luidt als volgt: "De culturele raad spreekt zijn waardering uit voor het rapport dat een duidelijk inzicht geeft van de werkzaamheden van de werkgroep Richting en kosmopolitiek vormingswerker. De culturele raad is van mening dat 1 jaar te kort is gebleken om een definitieve conclusie over de werkgroep Richting in te nemen en adviseert daarom tot conti nuering van de subsidiëring met één jaar met de aantekening dat de experimenteerperiode voor de werkgroep Richting in 1977 afloopt. De culturele raad heeft in zijn overwegingen betrokken het feit dat thans duidelijk meer sprake is van een aanbodsituatie dan van vragen uit het veld, hetgeen waarschijnlijk een gevolg is van de betrekkelijk korte werkperiode van de vormingswerker. In het algemeen wil de culturele raad de noodzaak benadrukken van een studie die aanbod en behoefte van vormings- en ontwikkelingswerk tot onderwerp heeft. V/ij nemen aan dat de in te stellen adviesgroep permanente educatie het resultaat hiervan in haar adviezen zal betrekken". Uit het evaluatierapport blijkt dat de eertijds geconstateerde sterke behoefte aan coördinatie en begeleiding niet wordt waargemaakt. Er is duidelijk sprake van eenrichtingsverkeer, in die zin dat er nauwelijks sprake is van respons op het aanbod. Alle pogingen ten spijt kan niet worden gesteld dat de vormingswerker een harde werkbasis in Breda heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1524