-11- Het nieuwe huurreglement is aan deze wettelijke voor schriften aangepast in art. 2. Conclusie: Bovengenoemd bezwaar is ongegrond. C.2. Van verschillende zijden is opgemerkt, dat art. 10 (oud) de mogelijkheid openlaat, dat reparaties die normaliter voor rekening van huurder zijn, ten laste van de verhuur der kunnen komen, indien de huurder kan aantonen, dat de beschadiging is ontstaan buiten zijn schuld of toedoen. In het nieuwe huurreglement is deze mogelijkheid niet meer opgenomen. Vooreerst dient vermeld, dat deze mogelijkheid in art. 10 (oud) slechts geldt m.b.t. een aantal met name genoemde reparaties (dus niet algemeen). In de tweede plaats moet de praktische betekenis van deze "ontsnappingsclausule" niet overschat worden, waar de bewijslast bij de huurder ligt. De ervaring heeft geleerd, dat hierop dan ook niet vaak een beroep wordt (kan worden) gedaan In de derde plaats moet bedacht worden, dat de gemeente op grond van billijkheids- en redelijkheidsoverwegingen repara-ï u ties voor haar rekening heeft genomen en zal nemen, waartoe zij contractueel niet verplicht is. Conclusies: 1. De in art. 10 (oud) opgenomen mogelijkheid, dat bepaalde geringe en dagelijkse reparaties voor rekening van de verhuurder komen, indien de huurder aantoont, dat de beschadigingen buiten zijn schuld of toedoen zijn ont staan, heeft een beperkte betekenis (geldt niet voor alle reparaties) en blijkt van weinig praktisch belang, waar de bewijslast bij de huurder ligt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 152