bijlage nr. 345
-2-
doch hiervan alleen de 111 eengezinswoningen en
- het complex 144 woningwetwoningen (prontobouw) in de Hoge
Vucht, NSV 832.
De aanleg van centrale verwarming was dus in principe voorge
nomen in totaal 387 eengezinswoningen. Wij merken hierbij nog op,
dat de 144 woningen - als vierde vermeld - nog eigendom van de
gemeente zijn, doch reeds vanaf het gereedkomen en het begin der
bewoning zijn geëxploiteerd door de woningbouwvereniging "St.
Joseph". Eerstdaags zullen wij U een voorstel doen tot eigendoms
overdracht van gemeente aan vereniging. De concrete situatie
vormt overigens geen beletsel tegen financiering van de kosten
van een in opdracht en voor rekening van de bouwvereniging te
entameren plan.
Hoewel wij aan het ministerie leningen voor de aanleg in alle
387 woningen op basis van de destijds gemaakte kostenramingen heb
ben gevraagd, heeft de minister - na nadere informatie van de zijde
der vereniging - de bij zijn besluiten van 29 april 1976*) toege
kende leningen gebaseerd op aanmerkelijk kleinere aantallen wonin
gen per complex, te weten 34, 24, 30 en 64 stuks.
Nadat met de aanleg was gestart is gebleken, dat er meer gegadig
den zijn dan zich aanvankelijk hebben gemeld en waarop genoemde
aantallen waren afgestemd. Zodoende verzoekt de woningbouwvereni-
ging in haar schrijven d.d. 30 juli 1976*) financiering voor de
aanleg van de centrale verwarming in de woningen van de reële ge
gadigden, waarbij tevens de kosten per woning en in totaliteit in
overeenstemming zijn gebracht met het gestegen prijspeil.
In wat van de bovenstaande afwijkende volgorde der complexen
vraagt men thans leningen voor aanleg in de navolgende aantallen
woningen en tot de daarbij vermelde bedragen, t.w.: