bij bijlage nr. 354 -2- menigvuldigd met 3 voor de scholen voor gewoon lager onderwijs en de scholen of afdelingen voor elementair buitengewoon onderwijs en de scholen of afdelingen voor voortgezet buitengewoon onderwijs. De tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijk gemaakte kosten. In bijzondere gevallen kan van het bepaalde in het derde lid worden afgeweken. Artikel 3 Het godsdienstonderwijs vindt plaats binnen de schooltijden in het gebouw van de school en wordt gegeven aan leerlingen, wier ouders, voogden of verzorgers aan het bevoegd gezag schriftelijk daarom hebben verzocht. Indien en voor zoveel de verplichting tot het volgen van godsdienstonderwijs een bindende voorwaarde is voor de toelating tot de school, kan een verzoek, als bedoeld in de vorige volzin achterwege blijven. Het vorige lid vindt geen toepassing ten aanzien van de uren, welke aan de teamcoaching zullen worden besteed. Artikel 4 De leraar dient in het bezit te zijn van: a. een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in de wet op de justitiële documentatie en op verklaringen omtrent het gedrag; b. een geneeskundige verklaring, dat hij geen ziekte of ge breken heeft, welke hem voor de uitoefening van zijn functi ongeschikt maken; c. een verklaring, als bedoeld in artikel 3 van de Wet be scherming leerlingen tegen besmettingsgevaar. Hij dient zich te gedragen naar de aanwijzingen, welke hem door het hoofd van de desbetreffende school worden gegeven en hij is verplicht aan het bevoegd gezag en het schoolhoofd de ter zake van het godsdienstonderwijs verlangde inlichtingen te verstrekken. Artikel 5 Jaarlijks vóór 1 april zendt het bestuur van de instellirg; zijn aanvrage tot toekenning van de tegemoetkoming over het afgelopen kalenderjaar bij burgemeester en wethouders in. Bij die aanvrage moet worden overgelegd: a. een opgave, vermeldende de personalia van de leraren; b. een opgave van het aantal uren,dat per school door die'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1609