bijlage nr. 3óO -5- Ten aanzien van deze nadere informatie zij medegedeeld, dat deze bestaat uit een juridisch onvolkomen huurcontract tussen de aan vrager en de koper van zijn boerderij, een niet relevant te duiden verklaring van een arts en een schets van de gewestelijke consulent voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij m.b.t. de toe komstverwachting voor het bedrijf, gerelateerd aan een mogelijke bedrijfsopvolger. Naar onze mening mogen en kunnen aan deze, niet te verifiëren toekomstverwachtingen, geen juridische betekenis worden toegekend m.b.t. de thans voorliggende aanvrage om bouwvergunning. Wij zijn derhalve van mening, dat deze aanvullende informatie ons college noch de overtuiging, noch de zekerheid heeft verschaft, dat aanvrager intentioneel beoogt en in staat is te komen tot de oprichting van een volwaardig nieuw agrarisch bedrijf. Ten overvloede zij medegedeeld, dat de kwaliteit en het binnen redelijke grenzen opknapbaar zijn van de door appellant verkochte boerderij, los van de vraag welke eisen daarvoor in privé en alge meen te stellen zijn, geen rol kan spelen. Omgekeerd echter wel in die zin, dat de eertijds bestaande boer derij (bewoning) aan zijn functie is onttrokken en thans voor niet agrarische doeleinden wordt gebruikt. Op grond van het bovenstaande handhaven wij ons eerder ingenomen standpunt Wij stellen U derhalve voor het beroepschrift conform bijgaand ontwerp-besluit ongegrond te verklaren. De commissie ruimtelijke ordening heeft afwijzend geadviseerd. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester, van den Dam secretaris. *)j Ligt ter visie in de leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1636