t ons nummer (f») stgenoemde is aange- oningen ■cshuis- Drd-Brabant iingen besloten, por ha. sze hog*' te har.d- i- II-5. I 1' 1) Als "buitengebiedzijn in het structuurplan aangemerkt de gebieden net een drietal kenmerken, dat zovel in combi natie als gescheiden lean voorkoT.cn, te veten weinig draag krachtige grond, relatief hoge waterstanden en landschap;: o- lijko waarde. Op deze gebieden dient naar onze mening geen bebouwing te worden toegestaan, behoudens voorzover deze noodzakelijk zou zijn voor de exploitatie en het beheer van de-se gebieder. Gezien de - ook kwantitatieve - belangrijkheid ven deze bui tengebieden is het noodzakelijk, dat een goed inzicht wordt verkregen in de functie, die deze gebieden kur.r.sn vervuil ui ten opzichte van de geplande voor.nilieus, t.c-rwijl daarnaast de nodige rechtszekerheid moet worden geschapen voer de agrariërs, die deze gebieden zullen gaan exploiteren. In dat verband worden momenteel een inrichtingsplan er. eer. beheersplan voor deze buitengebieden opgesteld; bepaalde onderdelen van deze plannen diehen zoveel mogelijk - voorzog zij verband houden reet vorenbedoelde functie er. het creëren van rechtszekerheid - gelijktijdig met de ontwikkeling van de woonbebouwing te worden gerealiseerd. Het is daarbij noodzakelijk, het buitengebied in drie deel- gebieden in te delen: a. het landgoeöerencomplex van de centrale zör.e: Burgst, Burgstse Dreef, IJzerkek; b. het gemengd recreatie- er. natuurgebied: Bunders, Vormen, Asterd en Molenpolder; o. het agrarisch gebied: Kroeten, Kêfhoef, donk, Kraaienest en Hooyöonk. ■Het inrichtings- en beheersplan voor deze gebieder, zal de me elkaar verweven beleidsvoornemens op het terrein var. de lc.r.1 bouw en op het behoud van natuur- en landschap dienen te c_- vatten, waarhij vanzelfsprekend rekening zal moeten worden gehouden met de thans aan de gang .zijnde ontwikkelingen o;^ dit terrein, hetgeen impliceert, dat een plan waarin de mees gewenste toekomstige inrichting voor deze gebieden wordt aar gegeven neer eeh beleidsplan op langere termijn dan een uit voeringsplan op kortere termijn zal'zijn- Do financiële consequenties, welke met het vorenstaande same hangen, zullen aan de orde komen onder III-4. het advies var, de Stee1 '•bouwky-.jiro Advierrnad Alvorens tot bespreking van net advies over te gaan, willen wij gaarne onze erkentelijkheid uitspreken over de betrokken heid, waarmede de SiA3, en met name de Werkgroep Haagse Been den uit die raad, aan de beoordeling van het structuurplan hebben gewerkt. Het advies van de StAR, dat wij voor U ter inzage hebben ge legd, is te splitsen in twee delen, namelijk een .meer al .r.e beschouwing over het structuurplan en eer. reactie op onder delen uit dat plan. Ten aanzien van die algemene beschouwing (conclusies op ra~. 6 en 7 van het advies) no,go allereerst worden opgemerkt, dat naar onze mening toch te zeer is voorbijgegaan aan het feit, 31ar.gew.ijk, Lange OvervelaRoosker.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1658