-24- De roep om medezeggenschap van de bewoners. Voorgesteld is "geschillen die ontstaan over de uitleg en na koming van de verplichtingen uit het huurreglement en het huurcontract te laten beslechten door een geschillencommissie". De indieners motiveren dit voorstel met de overweging, dat "men anders naar de kantonrechter moet stappen, hoe klein de geschil len soms ook zijn'.' Kennelijk wordt bedoeld de berechting van alle huurgeschillen tussen de gemeente en de huurder "af te trekken van de gewone rechter" en over te hevelen naar de "lekenrechter" Vooropgesteld zij, dat er o.i. sprake moet zijn van zwaarwichtige redenen om van de gewone rechtsgang af te wijken. Niet voor niets is de berechting van huurgeschillen reeds aan een bijzondere procedure onderworpen (behoort uitsluitend tot de competentie van de kantonrechter). Dit maakt de gang naar de rechter reeds eenvoudiger. Indien ge steld wordt, dat deze vorm van recht zoeken bezwaarlijk is of kan zijn, dient men zich wel rekenschap te geven van een eventu eel alternatief. Het nederlands recht kent de berechting van geschillen via arbi trage of bindend advies.'Dat deze vormen van rechtspraak een snellere en goedkopere rechtsgang waarborgen, wordt in de prak tijk vaak geloochenstraft. Overigens moet bedacht worden, dat zowel tijdens het arbitrale beding als na afloop daarvan zich verwikkelingen kunnen voordoen die alsnog door de overheidsrechter moeten worden berecht. Bovendien moeten een tweetal aspecten bijzonder in het oog worden gehouden: a. dat een huurder eigenlijk tegen zijn wil "afgetrokken wordt van de rechter die de wet hem toekent" (artikel 170 Grondwet), aangezien een huurder het arbitrage-beding in het huurcon tract maar voor lief moet nemen om een woning te krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 165