7. Enige opmerkingen inzake saneringsmaatregelen en onderhouds
kosten van gemeentewoningen.
In het kader van de saneringsmaatregelen binnen de gemeente is
in de vergadering van de commissie openbare werken d.d. 24-1-1974
aandacht besteed aan de beperking van de onderhoudskosten van
gemeentewoningen.
Ter motivering is aangevoerd, "dat in het bestaandé huurcon-
tracht niet duidelijk tot uiting komt welke onderhoudskosten nu
voor rekening van de huurder dan wel verhuurder komen. De be
treffende bepalingen in het huurcontract zullen zodanig worden
gepreciseerd, dat normaal (dagelijks) onderhoud voor rekening
van de huurder is.
Een regeling die in het dagelijks rechtsverkeer alom geldt1!.
Aanpassing van het huurcontract zal gebeuren in overleg met de
huurd ers
De bedoeling was derhalve, door precisering van het normale voor
rekening van huurder komend onderhoud, meer duidelijkheid te
scheppen om aldus weer te komen tot een "gezonde" verhouding
tussen huurder en verhuurder inzake ieders onderhoudsplicht.
In het voorgaande is hierop reeds dieper ingegaan (.Zie met
name punt 3a)
In de tweede plaats is gesteld, dat deze precisering zal ge
schieden in overleg-met de huurders. Daarbij is wel ervan uitge
gaan, dat de mogelijkheid tot overleg aanwezig zou zijn in die
zin, dat de gemeente een aanvaardbare overlegpartner tegenover
zich zou vinden, waarvan evenwel niets is gebleken. (Zie ook
punt 6).
De nieuwe onderhoudslijst is dan ook opgesteld in overleg met
de opzichter v.d. technische dienst en dus gebaseerd op de
praktijk van alle dag, terwijl wensen en klachten van huurders
in alle redelijkheid in dat overleg betrokken zijn geweest (en
nog zijn).