i H
aan de raad der
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en
Y;rti.oui.lor3 tot ver.lagin,van
li b'-sliusing omtrent te vunt-
stolling van hot bestemmings
plan Princenhage Vest II 1976
St/2/84431
975/1
zoals
>e-
ver-
17-11-1976
Met ingang van 6 september 1976 heeft het ontwerp van het bestemmings
plan Princenhage West II 1976, dat betrekking heeft op het gebied
dat begrensd wordt aan de noordzijde door de Doelen en Dreef, aan de
oostzijde door de Mastbosstraat, aan de zuid- en zuidwestzijde door
de rijkswegen en aan de oostzijde door de Kovenierstraatgedurende
een maand ter inzage gelegen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 25 lid 1 van de wet op de ruimte
lijke ordening dient binnen drie maanden na het einde van de ter
visielegging (derhalve voor 6 januari 1977) een beslissing te worden
genomen omtrent de vaststelling van het plan. Deze beslissing kan
eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd.
Indien het bestemmingsplan niet vdór 6 januari 1977 wordt vastgesteld,
c.q. de beslissing omtrent de vaststelling voor die datum niet wordt
verdaagd, dan dienen de na de tervisielegging van het ontwerp-plan
ingekomen bouwaanvragen te worden afgedaan op basis van het geldende
bestemmingsplan.
Het geldende bestemmingsplan (Princenhage West II 1969) biedt geen
mogelijkheden om bouwaanvragen met name met betrekking tot de geplan
de nieuwbouw te honoreren
Tegen het ontwerp van het bestemmingsplan Princenhage West II 1976
zijn bezwaarschriften ingediend door Rijkswaterstaat, directie Noord-
Brabant, en door mr. E.J.N.M. Bogaerts namens de heren C.J. Goos,
Haagweg 321, H.A.M. Goos, Leursebaan 142 en A. Goos, Hovenierstraat
In het. kader van het wettelijk verplicht vooroverleg is het ontwerp
van het bestemmingsplan toegezonden aan de provinciale planologische
commissie. Het advies van da commissie is nog niet ontvangen.
In verband met de nog lopende ambtelijke behandeling van de bezwaar-
49.
m