bijlage nr.
meester en wethouders der onderscheidene gemeenten medegedeeld, dat
de "Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1968" per 1 juli
1975 is vervallen en met ingang van gelijke datum is vervangen door
een nieuwe regeling.
Het ligt in zijn voornemen om de nieuwe regeling "Beschikking gel
delijke steun eigen woningen 1975" in beginsel tweemaal per jaar
aan de nieuwe ontwikkelingen aan te passen.
De betreffende nieuwe regeling werd dan ook per 1 januari 1976 en
per 1 juli 1976 gewijzigd. Deze wijzigingen betreffen in hoofdzaak
aanvullingen c.q. verduidelijkingen op garantievoorwaarden en be
palingen.
Een door ons naar de toestand van 1 juli 1976 bijgewerkt exemplaar
van de "Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1975" hebben
wij voor U ter visie gelegd
Op de volgende onderdelen van de betreffende nieuwe regeling wordt
Uw aandacht gevestigd.
1Rijksbijdrage
Ten aanzien van de subsidiëring van de woningbouw nk 1 juli 1975
is de vóór dat tijdstip geldende systematiek voor de subsidiëring van
dete bouwen eigen woningen gehandhaafd. Dit betekent met name dat
ook ingevolge de nieuwe regeling een jaarlijkse bijdrage kan wor
den verleend ten behoeve van het verkrijgen in eigendom van een
door de begunstigde te bewonen nieuwe woning, al dan niet met bij
behorende grond.
Wel is bij deze nieuwe regeling gekozen voor een systeem waarbij 0
de hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor het eerste jaar, ongeacht
het aantal verblijfseenheden, op een vast bedrag (per woning)
wordt bepaald.
De jaarlijkse bijdrage wordt onder bepaalde voorwaarden door het
Rijk aan de eigenaar verstrekt en gaat uit van een relatief hoog
aanvangssubsidie dat in 10 jaren in gelijke delen wordt afgebroken.
Bijlage T behorende bij de voor U ter visie gelegde ."Beschikking
geldelijke steun eigen woningen 1975" geeft in een tabel aan hoe
de jaarlijkse bijdrage wordt berekend.