bijlage nr. 396 -4- 3. Kostcngrens voor de garantie Met de bijdrage die de begunstigdelan het Rijk krijgt is hij natuurlijk nog niet onder dak. Vele duizenden guldens komen nog voor zijn rekening. Door het verlenen van een gemeentelijke garantie wordt het de adspirant koper/bouwer van een nieuwe woning mogelijk gemaakt een lening aan te gaan die practisch gelijk is aan de stichtings- kosten van de woning. De gegadigde behoeft in deze stichtingskos- a ten slechts 100,eigen geld in te brengen. Dank zij die garantie (met 50$ deelneming van het rijk) zijn de geldgevers bereid een hogere hypothecaire geldlening te geven en is het dus mogelijk met een betrekkelijk gering bedrag aan eigen geld (voor de opvang van de financieringskosten) een huis te laten bouwen of kopen. De garantie als hierboven bedoeld kan ook worden verleend voor woningen die in verband met de hoogte van de stichtingskosten niet in aanmerking komen voor een jaarlijkse bijdrage. Uiteraard geldt hiervoor een bepaald maximum aan stichtingskosten de kosten- grens voor de garantie). Met verwijzing naar bijlage I behorende bij de eerdergenoemde beschikking is de kostengrens voor de garantie bepaald op 165.000,(per 1 Juli 1976). Dit betekent echter niet, dat voor de woningen met stichtingskosten boven de 165.000, (b.v. hogere stichtingskosten veroorzaakt door de pure paalfun- dering) geen garantie zou kunnen worden verleend. Bij de vraag of de verwervingskosten onder de gestelde grens van 165.000,blijven, worden bepaalde kosten voor fundering buiten beschouwing gelaten, evenals een redelijk bedrag voor een garage of bedrijfsruimte. Ook de bijdrage ineens van het Rijk, genoemd locatiesubsidie, aan de eigenaar ter tegemoetkoming in de grond- kosten wordt in mindering gebracht op de kosten van het verkrijgen in eigendom van de woning. Een verdere verfijning van een en ander treft U aan op de zo Juist genoemde bijlage I.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1800