bijlage nr. 397
-6-
zeggcnd vond.
Ook de weergave van de contacten met andere instellingen bleef
onder de maat.
Afgesproken werd dat de adviesgroep in een notitie aan zou geven
wat men opgenomen wilde zien in het hoofdstuk over cijfers en dat
aan de hand daarvan bekeken zou worden of het J.A.C. alsnog meer
cijfermateriaal in haar verslag kon verwerken. In haar notitie gaf
de adviesgroep aan, dat het J.A.C. niet zozeer meer cijfers moest
geven danwel moest proberen meer inhoud aan de cijfers te verbinden.^
Door zich te beperken tot het louter opsommen van wat cijfers beperk
te het J.A.C. zich zelf tot het geven van kwantitatieve informatie
en miste zij de kans om aan de hand van "harde gegevens" duidelijk
te maken met welke problematiek het J.A.C. geconfronteerd wordt en
welke cor.clusieshieruit getrokken kunnen worden naar de taak en functie
van het J.A.C. en van andere instellingen en de overheid.
Het verslag over de periode 1973 t/m 1975, zoals dat nu in defi
nitieve vorm voor U ter visie ligt is het tweede concept met een
nieuw hoofdstuk over de cijfers.
In hoofdstuk'2 van dit voorstel aan Uw raad gaan wij nader op dit
definitieve verslag in.
De ontwikkeling in 1976
Tot mei 1976 werd door het J.A.C. aan de adviesgroep adolescentie»
vraagstukken in ruime mate informatie verstrekt.
Duidelijk was dat er ontwikkelingen op het J.A.C. gaande waren.
Hierop wordt in andere hoofdstukken uitgebreid ingegaan.
Vanaf mei was de'informatie die het J.A.C. naar buiten toe verstrek-"
te erg vaag en gebrekkig. Ook de informatie die het J.A.C. aan de
adviesgroep adolescentievraagstukken verschafte was erg schaars, en
naar nu blijkt erg onzorgvuldig.
De weinige informatie deed de angst ontstaan, dat het J.A.C. zou
doorslaan naar een kant, waarvan wij vinden, dat zij daarmee niet
langer zou beantwoorden aan de doelstelling en middelen waarop Uw
raad destijds tot subsidiëring van het J.A.C. besloot.
Werd eerst door het J.A.C. geconstateerd dat het werken aan de twee
functies van het J.A.C. stiefmoederlijk bedoeld werd, nu ontstond
door het verslag van het J.A.C. voor de studiedagen bij ons de