bijlage nr. 397
Hoofdstuk 2.
Verslag van het J.A.C. over de jaren 1973 t/m 1975
-9-
Het verslag beschrijft uitvoerig en op een overzichtelijke wijze de
ontwikkelingen, die zijn doorgemaakt wat betreft de hulpverlening, de
plaats van de vrijwilliger binnen het J.A.C. en het zoeken naar een
goede interne structuur.
De verschillende werkgroepen worden beschreven, en aandacht wordt ge
schonken aan de contacten met derden.
De belangrijkste ontwikkelingen kunnen als volgt worden samengevat
en beschouwd:
Het eerste hoofdstuk schetst de maatschappelijke ontwikkelingen te
midden waarvan de alternatieve hulpverlening is ontstaan en gegroeid.
Dit wordt nader geconcretiseerd naar de plaats van het J.A.C. in Breda
Het verslag hanteert een tweeledige functie voor het J.A.C., te weten
aan de ene kant het oplossen van individuele problemen van jongeren,
en aan de andere kant het vergroten van de mogelijkheden van jongeren
om hun eigen- en de maatschappelijke ontwikkelingen mede te beïnvloe
den. Het J.A.C. constateert m.b.t. deze tweeledige functie dat de
eerste functie te centraal heeft gestaan, waardoor de laatste functie
niet goed uit de verf is gekomen.
Het J.A.C. verklaart dit aan de hand van interne ontwikkelingen en aan
de hand van het feit dat instellingen en gemeente het J.A.C. soms wat
te veel in de eerste functie heeft gedrukt.
Het tweede hoofdstuk, gaat in op de structuur van het J.A.C.Veel
tijd en moeite is besteed aan de interne structuur, waarbij het
J.A.C. zelf constateert dat het experimenteren met een nieuwe
structuur soms belangrijker was dan het kunnen functioneren middels
deze structuur.
Duidelijk wordt, dat het J.A.C. tijdens de verslagperiode net de
nodige terugval en problemen te kampen heeft gehad. Sen en ar.de-r
als gevolg van de steeds terugkerende pogingen, om de gelijkwaar
digheid van de twee functies waar te maken.