bijlage nr. 397 -14- Het J.A.C. stelde daarbij dat het leggen van contacten soms be moeilijkt wordt door de moeilijk toegankelijke structuur van een instelling of door een afwijzende houding. Ook werd door het J.A.C. gewezen op het feit dat eenzijdig opgelegde samenwerkings verbanden in de praktijk niet tot de gewenste resultaten blijken te leiden. Wij betreuren het dat het J.A.C. ervaringen, zoals hierboven aan geduid, niet heeft verwerkt in haar verslag. Het J.A.C. verwachtte veel van een stedelijke aanpak van het wel zijnsbeleid. Mede door het J.A.C. werd een initiatief genomen om het jeugdwel- zijnsberaad te structureren. Het langs elkaar werken, de ineffi ciëntie en oncontroleerbare en ondoorzichtige mogelijkheden tot doorverwijzen zijn de belangrijkste drijfveren voor dit initiatief. Ondanks steun van het provinciaal opbouworgaan en financiële steun van de rijksoverheid (commissie MIK), lukte het niet de instellingen nader tot elkaar te brengen. In hoofdstuk zeven wordt teruggekeken op 3 jaar J.A.C. Het J.A.C. constateert, dat er gewerkt is volgens de doelstelling: gericht op het helpen van jongeren in probleemsituaties, met als uitgangspunt dat vele problemen veroorzaakt worden door de structuur van de maatschappij. Ook stelt zij dat een voorziening voor jongeren, die zich, zoals het J.A.C. bezig houdt met zo'n doelstelling, zeker noodzakelijk is, hetgeen wordt bewezen door de tevredenheid van een grote groep jongeren. Ons college is van mening dat een voorziening voor jongeren, geba seerd op de doelstelling van het J.A.C. zeker noodzakelijk is. Het lijkt ons goed hier aandacht te geven aan de "middelen" van het J.A.C. en daarbij vooral aan het vroeger vaak omstreden middel "sociale actie". Reeds eerder heeft ons college gesteld dat wij de betekenis van sociale actie willen erkennen, maar dat wij in concrete situaties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1821