bijlage nr. 397
-18-
In haar "verslag van de afgelopen drie maanden" geeft het J.A.C.
aan hoe er na deze studiedagen gewerkt is aan het verbeteren en
uitbreiden van de activiteiten.
V/ij menen te kunnen stellen dat de inhoudelijkheid die uit dit
stuk en uit de "algemene uitgangspunten" naar voren komt een
redelijke basis vormt voor een verdere ontwikkeling van het J.A.C.
in een goede richting. In het algemeen kan worden gesteld dat door
het J.A.C. erg hard gewerkt wordt aan het verder uitbouwen van de
beide functies van het J.A.G waarbij ook de eerste functie van
het J.A.C., de directe hulpverlening, voldoende aandacht krijgt.
Het werken volgens de doelstelling en middelen waarop Uw raad des
tijds besloot tot subsidiëring van het J.A.C. blijkt de afgelopen
tijd zeker te hebben plaatsgevonden en is in het beleidsplan voor
de komende tijd (algemene uitgangspunten) ook voor de toekomst
voldoende gewaarborgd.
V/el zetten wij vraagtekend bij een aantal werkzaamheden die in de
stukken van het J.A.C. genoemd worden.
De vraag, welke werkzaamheden nu nog wel, en welke niet meer tot
het takenpakket van het J.A.C. gerekend kunnen worden, is niet
exact te beantwoorden. Wel willen wij proberen hieronder een rich
ting aan te geven, waarbij wij willen opmerken dat uit de stukken
niet blijkt of het J.A.C. dezelfde mening is toegedaan als wij.
Onze visie omtrent de werkzaamheden van het J.A.C. is kort samen
gevat de volgende.
De er-rste taak voor het J.A.C. is het verlenen van deskundige hulp
aan jongeren, op basis van gelijkwaardigheid en betrokkenheid.
Deze hulpverlening geschiedt volgens een, van de wensen van de
hulpvrager en de aard van de problematiek afhankelijke methode
(individuele of groepsgewijze benadering) en met de daartoe geëigen
de middelen (informatieverschaffing, bemiddeling, advies, doorver
wijzing, sociale actie enz.).
Indien dit, gezien de wensen van de hulpvrager en de aard van de
problematiek mogelijk is wordt gezocht naar een oplossing van het
probleem terwijl tevens gekeken kan worden naar de oorzaken die
aan de problematiek ten grondslag liggen en naar de mogelijkheden
om aan die oorzaken te werken.
