bijlage nr. 399 -5- Het verdient daarom naar onze mening de voorkeur te streven naar opheffing van de vennootschap. Nu zijn krachtens de gesloten leningsovereenkomsten de geldleningen opeisbaar onder meer bij opheffing der vennootschap. Het gemiddelde rentepercentage der leningen bedraagt bijna 7^. Bovendien hebben de leningen (op een uitzondering na) een looptijd van 40 jaar. Daar momenteel (en reeds jarenlang) de rente belangrijk boven 7$ ligt en 40-jarige leningen nauwelijks meer worden gesloten, zou opheffing der vennootschap zonder meer een te groot financieel offer met zich kunnen brengen. Alvorens een voorstel tot opheffing te kunnen doen, hebben wij daarom gemeend ons tot geldgevers te moeten wenden met de vraag of zij bereid zijn de leningen op ongewijzigde con dities aan de gemeente te verstrekken. De antwoorden op ons verzoek zijn nog niet volledig. Wij stellen U voor: - erin te bewilligen, dat Uw raadsbesluit van 4 januari/12 april 1973 tot aankoop van de opstallen voorshands niet wordt uitgevoerd - een nader besluit tot hetzij opheffing der N.V.hetzij intrekking van Uw besluit tot overname van de opstallen uit te stellen tot het moment, dat het inzicht in de financiële consequenties volledig zal zijn. b. Afwikkeling balansposten. Hoewel vele van de op de balans per 31 december 1974 onder de hoofden "te ontvangen en vooruitbetaalde posten" en "te betalen en vooruitontvangen posten" voorkomende vorderingen en schulden inmiddels zijn afgedaan, hebben wij gemeend de secretarie-afdeling financiën en belastingen, die wij in middels de verzorging van de financiële administratie hebben opgedragen, te moeten belasten met een systematische afdoening van deze posten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1846