r
O
m
bijlage nr« 402
-2-
matig in deze richting vragen gesteld aan college en raadsleden,
echter tot nu toe zonder resultaat.
3. Een nieuwe situatie.
De Federatie van fracties van PvdA en PPR is in kennis gebracht
van hel voornemen van de eigenaar van de panden Spoorstraat 37,
37a, 38 en 38a, de heer Wagemakers, de panden ter verkoop aan te
bieden. De bevestiging hiervan van Keeus Makelaardij B.V. vindt U
ter inzage in de leeszaal. Op korte termijn zijn de panden vrij
te aanvaarden, waarbij aangetekend moet worden dat de bovenwening
37a verhuurd is. De huurcontracten liggen ter visie. De panden
worden aan de raad aangeboden voor 125.000,T- kosten koper. Een
taxatierapport ligt eveneens ter visie. Tot en met 16 december
1976 heeft de gemeenteraad van Breda het voorkeursrecht om deze
panden te kopen.
Op grond van bovenstaande informatie stellen wij de raad voor de
genoemde panden te kopen bij wijze van een eerste experiment. In
overleg met het Spoorbuurtcomité kan de ruimte van het pand 37
(de benedenruimte) tegen een redelijke vergoeding verhuurd worden
aan het Spoorbuurtcomité. Ka de koop van de panden maakt de
gemeente op korte termijn een verbeterplan op en legt de plannen
en kosten ervan voor aan de raad.
4. Subsidiemogelijkheden.
Het Ontwerp van Wet op de Stadsvernieuwing wijst er met nadruk op
"dat ook met de stadsvernieuwing vaak "klein moet worden begonnen".
Daarom kan en mag niet alles afhangen van volgens plan opgezette
en op bundeling van krachten gerichte projecten. Ook individuele en
incidenteel aangebrachte verbeteringen - waardoor achteruitgang
wordt voorkomen en nieuwe ontwikkelingen worden ingezet - hebben
hun plaats in het geheel van de stadsvernieuwing".
Dit gevarieerde pakket van maatregelen onderschrijven wij en wij
voelen ons daarin extra gesteund door de circulaire MC- 76-45 van
3-12-1976 van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke-
Ordening. In deze circulaire wordt gesteld dat een bijdrage ver
leend kan worden van 350,in de exploitatiekosten plus een
bijdrage in de verbeterkosten ter grootte van de annuïteiten van
het eerste jaar minus de meeropbrengst van de huur. De gemeente
dient om voor deze bijdrage in aanmerking te komen een gemotiveerd
verzoek te richten tot het Ministerie.
Bovendien is het mogelijk dat de sinds 1974 bestaande en sindsdien
nog aangepaste regeling voor aankoop en inrichting van panden voor
één- en tweepersoons-huishoudens gunstiger perspectieven biedt tot
subsidiëring van de verbeterkosten.